picture-hans-roels

foto: Wouter Cox


Glas II

In Glas II zit het publiek binnen en kijkt door grote ramen naar de straat en het landschap buiten. Omgevingsgeluiden worden door microfoons opgevangen en binnen weergegeven. Twee uitvoerders geven muzikale commentaar in de binnenruimte maar ze wandelen ook het landschap in en uit met instrumenten of microfoons.

Glas wil muzikale landschapskunst zijn waarbij binnen- en buitenruimte, uitgevoerde muziek en toevallige omgevingsgeluiden samen een overkoepelende, audiovisuele ruimte vormen.

De dialoog tussen stilstand en beweging staat centraal in deze tweede Glas compositie. De muzikanten bespelen (versterkte) fietsen en draaiende, rollende objecten zoals spinners. Verschillende microfoontypes en -technieken dienen vooral om (wijdse, gesloten, intieme, enz.) ruimtes op te wekken.

   •   uitvoering: 10 october 2020 door Stefaan Smagghe en Hans Roels in Postx.

   •   audio opname en meer uitleg (in het Engels) over de uitvoering op 10 october 2020 op deze pagina.

   •    tekstpartituur (in het Engels).




Hier en Daar

Dit is in de eerste plaats een werk voor uitvoerders, het is een soort oefening of meditatie met een ver instrument: een instrument dat je op 1 plaats bespeelt maar dat op een andere plaats in de omgeving klinkt. Bijvoorbeeld: in je living speel je op een keyboard en synthesizer en die weerklinkt enkel door het open raam, via een draagbare luidspreker die in de takken van een boom 15 meter verder hangt. Door een muziekinstrument uit te breiden en de omgeving te integreren, verliest de uitvoerder een deel individualiteit. Hij of zij kan niet meer precies inschatten welke klank het verre instrument en welke klank de omgeving maakt. Terzelfdertijd bekomt de uitvoerder meer verbondenheid met die omgeving. Meer uitleg over Hier en Daar vind je in mijn blogtekst (Engels) of in het Nederlands in mijn blogarchief o.a. over een realisatie door Vincent Caers.

   •   de partituur



street-sonatas-roels

foto: Lore Stessel


Street Sonatas

In de Street Sonatas bespelen twee uitvoerders straatobjecten zoals een fietsrek, omheining, speeltuig of brugpeiler. Met contactmicro's, laptops en slagwerkstokken vormen ze die om tot een elektronisch instrument waarin de akoestische eigenschappen van de straatobjecten herkenbaar blijven. Beide uitvoerders bespelen het object met de ene hand en een (keyboard) controller met de andere hand. De live electronics in de laptop zijn op maat gemaakt van het straatobject.

Deze Street Sonatas tonen mijn interesse voor een ecologisch materialisme: een zorg voor het sensuele leven van dingen en objecten in onze wereld. Een brug of zitbank kan een unieke klank hebben, deel uitmaken van de habitat van dieren, veranderen door weer en wind, een langere levenstijd hebben dan mensen, mensen dwingen om op een bepaalde manier te zitten of wandelen, een persoonlijke of sociale betekenis krijgen voor lokale inwoners of voorbijgangers, enz. Dingen en objecten hebben hun eigen leven, en zijn gelijktijdig ook verbonden met de wereld van mensen, dieren, planten en natuurkrachten rondom hen.

De uitvoerders exploreren de eigen, locatiespecifieke timbres van het object en breiden de klankmogelijkheden verder uit met live electronics. Ook de klankomgeving wordt geïntegreerd in de uitvoering. Technieken die vaak terugkomen in de Street Sonatas zijn: vanuit de (timbre)karakteristieken van het object een stem- en toonhoogtesysteem creëren (in Sonatas #1 #2 & #5); de input van de contactmicro pitch-shiften en terzelfdertijd de timbres van het straatobject exploiteren door dat op verschillende plaatsen te bespelen (in Street Sonatas #1, #2 & #3). In de tweede Street Sonata detecteert de live electronics patch de boventonen en die worden vervolgens als sinusgolven met twee verschillende amplitude envelopes weergegeven. In Street Sonata #3 maken de uitvoerders vooral ruisgeluiden die vervolgens in real time 'getransponeerd' worden. In Street Sonata #4 ten slotte volgen ruisbanden in grote lijnen het timbre van de klanken die de spelers op het straatobject produceren (een FFT analyse detecteert het spectrum en daarmee wordt aangehouden ruis met verschillende frequentiebanden gegenereerd). In deze Sonata neemt een liedopname ook de karakteristieken over van het straatobject: het wordt met een vibration speaker afgespeeld op het object en opgenomen met een contactmicrofoon (een werkwijze vergelijkbaar met een plate reverb van vroeger).

In 2021 maakte ik 2 nieuwe Street Sonatas: in Street Sonata #5 "Swing" staat de botsing van materialen en de slingerbeweging centraal. Een kleiner object wordt tegen het straatobject geslingerd en aan beide objecten is een contactmicrofoon bevestigd. Die beweging veroorzaakt een soort golvend ritme, met een ongelijke, moeilijk te controleren natrilling wanneer de objecten net wel, net niet tegen elkaar schommelen. Hierdoor levert één botsing -van twee materialen- voortdurend twee verschillende klanken op. De Street Sonata #6 "Wind" focust op het geluid van de wind op de performanceplek. De klank van de wind op draden, omheiningen, bladeren, bomen, of in gaten van omgevingsobjecten met buizen wordt opgepikt met microfoons en verwerkt in de performance. Het straatobject zelf wordt omgevormd tot een muziekinstrument waarbij luidsterkte en toonhoogte rechtstreeks met elkaar verbonden zijn, naar analogie met (sommige) windgeluiden.

Hieronder enkele video-opnames van concerten in Gent (Keizerpoort en de Krook) in 2019 en 2020, samen met Ruben Orio. Daarop zijn de Street Sonatas #1, #2, #3 & #4 te horen. Op deze vimeo website kun je ook videos van juni 2021 bekijken (met de Sonatas #1, #2, #3, #5 & #6).

       

       

        -----



picture-hans-roels


Anemoi

Anemoi is een performance waarbij twee uitvoerders met microfoons en lange buizen de wind bespelen. De uitvoerders staan op een dak of winderige plek. Het publiek kijkt vanop een afstand toe en hoort het geluid door luidsprekers of hoofdtelefoons. In een buisinstrument zit een gevoelige micro. Door die buis van richting te veranderen, kan het geluid van de wind of de omgeving opgevangen worden. De richting van de buizen creëert ook filter-effecten (door de weerkaatsing van geluiden tegen muren en gebouwen). Een tweede instrument laat ook de wind horen maar bestaat uit een stereo koppel microfoons, verbonden aan een laptop en Pure Data patch. De uitvoerders kunnen beide wind-instrumenten ook in lichte mate als muziekinstrument bespelen, door ze aan te slaan of erin te blazen.

Anemoi wil de alomtegenwoordigheid van de wind zichtbaar en hoorbaar maken. De performance wil laten ervaren hoe de levende, veranderlijke wind tegen oren, bomen en gebouwen botst, hoe die wind op, onder en doorheen straten en menselijke activiteiten steeds verderstroomt en als een onzichtbare muzikant mensen, dieren en dingen doet bewegen, trillen en klinken.

   •   uitvoering: 17 december 2018 tijdens het Research Festival Experiments are More Refreshing than New Socks van het conservatorium van Antwerpen. De 2 uitvoerders (Ruben Orio, Hans Roels) stonden op het dak van de Singel, het publiek keek vanuit een ander gebouw in de Singel door een raam naar de uitvoerders. Ook uitvoering op 23 augustus 2019 in DOK (haven van Gent). Ruben Orio en Hans Roels speelden vanop een oude, blauwe havenkraan terwijl het publiek in DOK toekeek en luisterde.

   •   de (tekst)partituur.

   •    extra documentatie (in het Engels).

   •   hieronder twee korte videofragmenten van de try-out in de haven van Gent.

       

       



picture-hans-roels


Glas

In Glas zit het publiek binnen en kijkt door grote ramen naar een landschap buiten. Een slagwerker en synthesizer-speler geven muzikale commentaar vanuit de binnenruimte maar wandelen ook het landschap in en uit. Andere uitvoerders hebben microfoons om geluiden in de omgeving op te vangen en weer te geven in de binnenruimte.

Glas wil muzikale landschapskunst zijn waarbij binnen- en buitenruimte, uitgevoerde muziek en toevallige omgevingsgeluiden samen een overkoepelende, audiovisuele, gekomponeerde ruimte vormen. Een soort droomruimte waarin je zowel observator als deelnemer bent. De droom is collectief en niet individueel.

   •   uitvoering: 20 october 2018 door het Collectief Publiek Geluid tijdens het Oortreders festival van Musica.

   •   audio opname en meer info over de realisatie van Glas op het Oortreders festival op deze pagina.

   •    extra documentatie (in het Engels).



picture-hans-roels


Rollende Band

De Rollende Band is een werk voor wandelende uitvoerders, die een rolkoffer trekken langs een parcours met verschillende straatstenen en straatpatronen. De rolkoffers zijn versterkt met contactmicrofoons en luidsprekers in de rolkoffer. De uitvoerders proberen samen te spelen met een ritmische click track die verstuurd wordt via een mobiele draadloze zender. Deze track functioneert ook als een soort script en bevat een aantal (klank)signalen om te vertragen, stil te staan, enz.

Uitgebreide info over (een vroegere versie van) deze performance vind je in mijn blogarchief.

   •   uitvoeringen: 23 juni 2018 (Gent), 21 september 2019 (Coyendans, Gent), 28 november 2019 (de Noorderlichtparade , Antwerpen).

   •   hieronder een kort videofragment van een repetitie op het De Coninckplein in Antwerpen. De klankman (opname) loopt ook mee met de uitvoerders en aan één van de rolkoffers is een gopro camera bevestigd (onderaan in beeld).

       

   •    live audio opname (fragment) van de try-out in 2018.

       




Not Necessarily Music

Not necessarily music is een werk voor 'stille' muzikanten: omstaanders kunnen gewoon naar de voorstelling kijken of - als ze dat willen - luisteren via een hoofdtelefoon. Deze compositie is een ode aan een publieke rustplek zoals de leeszaal van de Krook.

Dankzij technologie als smartphones, internet of hoofdtelefoons kunnen mensen niet enkel thuis of op het werk maar ook op verplaatsing werken of studeren. Bovendien kunnen ze ook muziek beluisteren of piano spelen zonder veel lawaai te maken, er staat bv. een vleugelpiano met hoofdtelefoon in de Krook bilbiotheek (Gent) waarop mensen oefenen en spelen. Op deze manier wordt muziek beoefenen een half private, half publieke activiteit. Het wordt een intrigerende visuele voorstelling waar voorbijgangers enkel kunnen gissen naar wat de muzikant voor zichzelf speelt. Net zoals je enkel kunt gissen naar welke berichten je mensen ziet versturen, of naar welke geluiden de buitenomgeving - zichtbaar door de ramen - maakt.

Dit spel van blootgeven en afsluiten, en daardoor een publieke ruimte creëren, beheerst Not necessarily music. In sommige passages spelen de muzikanten enkel voor zichzelf. Noch de medespelers, noch het publiek hoort dan de 'originele' muziek. Op andere momenten spelen ze enkel visueel samen of luisteren ze allebei naar dezelfde omgevingsgeluiden (via een microfoon die buiten de Krook geplaatst is) zonder elkaar te horen. Ten slotte spelen ze in sommige secties ook als 'echte' muzikanten samen, die elkaar horen.

   •   uitvoering: 23 mei 2018 in de leeszaal van de Krook bibliotheek (Gent) door Ana Filipa Botelho (wind controller) en Quentin Meurisse (keyboard)

   •   live audio opname van de eerste uitvoering op 23 mei 2018.

       

   •   de partituur en extra documentatie (in het Engels).

   •   video opname.




Aria & Trajectories

Deze beide werken werden gemaakt voor binnenlokaties met dagelijkse objecten en materialen, zoals de living van een huis, een cafe, gemeenschapshuis, enz. Beide werken zijn nog niet uitgevoerd. Ze werden wel gerepeteerd maar de concerten zijn nooit doorgegaan.

Aria (= lucht) is een locatiespecifieke performance waarbij vier of meer muzikanten lucht blazen in kieren, spleten, gaten, holtes van een kamer of tegen wanden en oppervlaktes van objecten en meubels. Dit doen ze niet enkel met de mond maar ook met spuitbussen of compressoren. Het publiek hoort en ziet dus wat er gebeurt als de wind vrij spel zou hebben in een gebouw en allerlei soorten geruis en gefluit weerklinken. De performance is bedoeld voor een ingesloten, niet al te grote ruimte waarin geleefd of gewerkt wordt zodat er allerlei dagelijkse voorwerpen en objecten rondslingeren.

In Trajectories slaan vier of meer slagwerkers een constante puls op objecten, tafels, kasten, muren, vloeren, ... in een living of andere bewoonde ruimte. Ze bespelen nooit dezelfde plaats maar leggen op die dagelijkse objecten een parcours af en creëren daardoor subtiele, geleidelijke timbreverschillen. Ze verluiden en verzachten ook in curves onafhankelijk van de timbreverschillen. Zo tasten de uitvoerders dagelijkse objecten af. Het publiek ziet en hoort hoe een afstand van enkele centimeters op een muur of vloer een andere klankwereld produceert.

   •   audio opname van een repetitie van Aria in december 2017. Omdat het een repetitie was (met bijgeluiden en minder gelukte passages) heb ik een paar delen weggelaten, de andere aan elkaar geplakt in de oorspronkelijke volgorde en zo de duur van ca. 15 minuten herleid tot 5.

       

   •   de (voorlopige) partituur van Aria en Trajectories.




No Room

Een kamer, huis of concertzaal heeft grenzen die een binnen- en buitenervaring creëren. Ingesloten ruimtes - en de grenzen daarvan - lekken en brengen geluid van buiten naar binnen. Als de binnenruimte 's nachts stil wordt, worden de muren hoorbaar en beginnen ze te spreken.

In No Room wordt de omliggende architectuur van een ingesloten ruimte verkend. Uitvoerders spelen buiten de concertruimte op aangrenzende muren, vloeren, leidingen, verluchtingssystemen, enz. Het geluid bereikt het publiek via de muren en de architectuurelementen. Een microfoon pikt ook het geluid op buiten de concert zaal en fragmenten van deze live omgevingsgeluiden zijn te horen in de concertruimte.

   •   uitvoering: 8 december 2017 in de Miry Zaal (School of Arts, Gent) door the Third Guy.

   •   de partituur en extra documentatie (in het Engels).



picture-hans-roels


Muziekstraat

In Muziekstraat spelen lokale muzikanten vanuit huizen met een raam of deur open. Het publiek wandelt in een stoet op straat met twee begeleidende muzikanten. Zo onstaat een collage van muziekjes die de luisteraar op straat tegemoet waaien! Het werk wil de grote klankdiversiteit in een buurt laten horen, niet alleen de veelheid aan muziekstijlen maar ook de verschillende sociale belevingsvormen van muziek en de lokale architectuur die met zijn specifieke akoestiek de buurtgeluiden vervormt.

   •   uitvoering: op zaterdag 21 januari 2017 in de Biekorfstraat en Zeemstraat (Dampoort - Gent), gerealiseerd in samenwerking met het buurtcomité de Biekorf. Verspreid over 20 lokaties langs het traject van de parade speelden meer dan 25 (vooral amateur) muzikanten, samen met Aya Suzuki (slagwerk) en Thomas Moore (trombone) in de stoet.

   •   live opname van de volledige uitvoering op 21 januari 2017.

       

   •   blog pagina over de artistieke, compositorische keuzes bij het maken van Music Street.

   •   de partituur en extra documentatie (in het Engels).



picture-hans-roels


Hoorizon

In een open landschap wandelen muzikanten weg van het publiek, de uitvoerders spelen instrumenten met een verschillende luidsterkte. Het punt en moment waarop hun muziek verdwijnt in de verte, onhoorbaar wordt, opgaat in de omgeving en uitsterft is voor elke uitvoerder verschillend. De 'geluidshorizon' ligt telkens op een andere afstand van het publiek. Elke muzikant speelt eigen muziek en wandelt een afzonderlijk parcours. Hierdoor ontstaat een ruimtelijke polyfonie van afzonderlijke muziekpartijen die heel geleidelijk verzachten en vervormd worden door de omgeving en haar geluiden.

   •    uitvoering: op 2 juni 2017 tijdens de Nocturne Campo Santo (op de Campo Santo begraafplaats in Gent, Sint-Amandsberg) met trompet (Bert Bernaerts), bariton saxofoon (Pol Mareen) en slagwerk (Wim Konink). De muziek die in deze versie van Hoorizon verwerkt werd is de Villanelle 'Io volo sopra il cielo' (anoniem renaissance werk), het volkslied 'Ich habe der Fruhling gesehen' en het lied 'Die Jungfrau und der Tod' (Carl Loewe, 19de eeuw). De keuze van deze werken werd ingegeven door de tegenstelling tussen de (lente)natuur en de wijde, open ruimte aan de ene kant en het kerkhof en de daaraan verbonden thema's als de dood en het afscheid aan de andere.

   •    uitvoering: op 22 december 2016 tijdens de Noorderlicht parade in het Park Spoor Noord (Antwerpen) met uitvoerders Thomas Moore (trombone), Aida Lopez (piccolo) en een band van doedelzakspelers en slagwerkers (Metropolitan Antwerp) o.l.v. Adam Clarke.

   •   live opname: de eerste 10 minuten van de uitvoering op de Campo Santo begraafplaats (trompet, bariton sax, klokkenspel en omgevingsgeluiden zoals een vliegtuig, trein, vogels,...).

       

   •   de partituur en extra documentatie bij deze tekstpartituur.



picture-hans-roels

foto: Zena Vanden Block


Plain

Plain dient uitgevoerd te worden in een binnenruimte of kleine, ommuurde buitenlocatie. Aangehouden egale tonen of ruisklanken worden in gang gezet of afgebroken door heel korte klanken, alle klanken zijn grotendeels gebaseerd op de tonen, geluiden, materialen en architectuur van de ruimte waar de uitvoering plaatsvindt. Op die manier krijg je een afwisseling van aangehouden, stilstaande, bevroren klanken en stiltes, waarachter steeds weer nieuwe en oude klanken en omgevingsgeluiden tevoorschijn komen.

   •   uitvoering: 27 october 2016 in de leeszaal van de bibliotheek in de Singel (Antwerpen) tijdens Articulate Research Days.

   •   de partituur en extra documentatie bij deze tekstpartituur.



picture-hans-roels


Beving Rozebroeken (Bebung)

Beving Rozebroeken (Bebung) wil de concertplaats en de aanwezige voorwerpen, planten, dieren, bewoners en architectuur hoorbaar doen trillen. De hoofdpartij bestaat uit het bespelen van objecten en materialen op de concertplaats door deze aan te slaan met handen of (slagwerk)stokken. Het werk draait niet zozeer om de hoorbare, spontaan aanwezige omgevingsgeluiden als wel om de (latente) klanken die in objecten vervat zitten en tot leven gewekt dienen te worden. Meer info vind je in mijn blogarchief (post 3).

   •   uitvoering: 27 augustus 2016 in het Rozebroeken park tijdens het Cinepuur openlucht filmfestival, met de steun van de Stad Gent.

   •   live opname: de eerste 5 minuten van de uitvoering in het Rozebroeken park.

       

   •   de partituur en de video (animated score) voor de BEAT partij.




Open Fields

Open Fields is gemaakt om in een grote (buiten)ruimte uitgevoerd te worden. Vier muzikanten zitten verspreid en op grote afstand rondom het publiek, terwijl drie andere spelers vlakbij het publiek zitten. In de loop van het werk bewegen drie van de vier verre muzikanten geleidelijk in de richting van het publiek. Het werk knopt aan bij de 20ste eeuwse traditie om de plaatsing van de instrumenten in een uitvoering maximaal te benutten.

In dit werk probeer ik een transparante klank na te streven: de muziek trekt niet enkel de aandacht naar zichzelf toe maar laat veel ruimte open om de omgeving te beluisteren en leren kennen. Door de soberheid, spatialisatie en mobiliteit van de muzikanten mengt de muziek zich met de omgeving(sgeluiden).

   •   uitvoering: 27 augustus 2016 in het Rozebroeken park tijdens het Cinepuur openlucht filmfestival, met de steun van de Stad Gent.

   •   bezetting: sopraansax, trombone, percussie (2 uitvoerders), fluit, clarinet, accordion

   •   live opname in open lucht

       

   •   de partituur




Rasuren

Net zoals de vroegere compositie (fl)ASH bestaat dit werk uit korte fragmenten in verschillende stijlen die door het slagwerk plots aangekondigd of afgebroken worden. Een rasuur is de correctiewijze op perkament waarbij met een schrijfmes fouten weggekrast werden zodat ze overschreven konden worden. Rasuren is deels geïnspireerd op het compositieproces van Beethoven die vaak schetsen en versies maakte bij het componeren.

   •   geschreven in opdracht van Paulo De Assis zijn Deleuzabelli Variations project en het Hermes Ensemble.

   •   uitvoeringen: 29 september 2015 in de School of Arts Gent (Hoogpoort, Miry zaal, 20.00) en 9 november 2015 in de Bijloke Gent door het Hermes Ensemble.

   •   de partituur




Points to make

Deze compositie is gemaakt voor een visuele installatie van de kunstenares Alice De Mont. Dit werk bestaat uit vijf delen of secties die in een verschillende volgorde uitgevoerd kunnen worden, met herhalingen of weglatingen van secties. De instrumentatie is vrij en de uitvoerders worden uitgenodigd om allerlei staccato speelwijzen te zoeken op hun instrument. De timing van deze korte toonhoogtes is niet gedetailleerd weergegeven waardoor een heterofone textuur ontstaat.

   •   opnames: versie 1: deel B (luid), vervolgens E en opnieuw deel B (nu zacht)

       

   •   opnames: versie 2: deel C gevolgd door D

       

   •   de partituur





(fl)ASH

(fl)ASH is gebouwd op het fenomeen van verblinding dat ontstaat na een kort muziekfragment. Als een kort muziekfragment van slechts enkele seconden gevolgd wordt door een stilte, creëert dit een verbijstering/verwondering bij de luisteraar waarna die de tijd heeft om zich opnieuw in te beelden (en na te denken over) wat er te horen was. Door het abrupt afbreken van de fragmenten probeer ik het 'nagalm' effect bij de luisteraar nog te verhogen.

(fl)ASH is een statisch werk om de nadruk te kunnen leggen op het 'hier en nu'. De vorm is minimalistisch en suggestief: op korte termijn komen er geregeld herhalingen voor van (gelijkaardige) fragmenten, maar op lange termijn -langer dan 30 seconden- zijn er maar een heel klein aantal verwijzingen naar vorige fragmenten. Daarenboven zal de luisteraar wellicht eigen verbanden smeden tussen de talrijke fragmenten.

(fl)ASH is genoteerd als een open, grafische partituur waarvoor fragmenten van onafgewerkte muziek gezocht moeten worden. De fragmenten kunnen dus uit werken komen die nooit afgemaakt zijn door de componist, vaak omdat hij/zij overleed voor het werk af was of omdat de materiële productie (vb van een opera) onmogelijk bleek te zijn. Voor de eerste versie van (fl)ASH werden bijvoorbeeld fragmenten gebruikt van onafgewerkte muziek van J. Haydn, J.S. Bach, W.A. Mozart, Fr. Schubert, H. Berlioz, F. Mendelssohn, Pappalardo, C. Saint-Saens, Fr. Liszt, Cl. Debussy, H. Vieuxtemps, G. Mahler, A. Bruckner, L. Ornstein, B. Bartok, A. Webern, Sorabji. Daarnaast werden oude schetsen van mijzelf en van (de mede-uitvoerders) Patrick Housen en Dennis Allegaert gebruikt.

   •   uitvoeringen: in het Gentse conservatorium op 31 maart 2014 en 15 oktober 2014

   •   opname (de eerste 5 minuten van een versie met solo percussie, onstage ensemble (2 violen, viola, cello, fluit, clarinet, harp, saxofoon, piano, percussie), offstage ensemble A (hoorn, buffetpiano) en offstage ensemble B (accordeon, basclarinet, gitaar)

       

   •   de grafische partituur





CENTRA

De piano en piccolo bekleden beide een centrale rol in dit werk. Ze gaan elk hun eigen weg: de piano op de voorgrond, de piccolo op de achtergrond. Rondom deze twee instrumenten creëren de overige instrumenten van het ensemble een klankomgeving van korte, contrasterende fragmenten. Sommige fragmenten groeien net niet -of net wel- uit tot een onafhankelijke derde partij, andere fragmenten verschijnen slechts éénmalig, als een toevallige gebeurtenis.

Het werk wil een gewaarwording van muzikale diepte scheppen. De plaatsing van de uitvoerders, het timbre en het muzikaal materiaal van elke stem dienen dit doel.

Om de partijen met elk een eigen tempo te synchroniseren, functioneert de piano partij als een soort klok. Nagenoeg alle cues om te synchroniseren vertrekken vanuit deze partij zodat de andere instrumenten in grote lijnen de piano volgen. Het samenspel tussen de 7 instrumenten kan zonder dirigent verlopen net als in kamermuziek.

   •   bezetting: piccolo, clarinet, piano, marimba, viool, altviool en cello

   •   uitvoeringen: door Spectra Ensemble in het Gentse conservatorium, 28 maart 2013 en 15 oktober 2014

   •   een live opname

       

   •   de partituur





EIGENGANG

Communicatie tussen mensen hoeft niet altijd heel actief te zijn. Ook als mensen enkel in elkaars buurt zijn en niets doen of niet praten met elkaar, is er altijd wel een vorm van communicatie aanwezig. Sinds enkele jaren is dit grensgebied tussen communicatie en non-communicatie voor mij een muzikale inspiratiebron.

In Eigengang hebben vijf stemmen een duidelijke, eigen identiteit die verbonden is met een specifieke speelwijze. Elke stem kent een eigen ontwikkeling waardoor het lijkt of de interactie met de andere stemmen gering of onbestaande is. De muzikale afstand tussen de stemmen is groot terwijl de uitvoerders heel dicht bij elkaar zitten. Door de grote verschillen tussen de stemmen -in tempo, uitvoeringstechniek en notatie- is er geen overkoepelende partituur maar zijn er enkel afzonderlijke partijen per stem. In grote lijnen is elke stem -en de daarmee samengaande techniek- aan één speler toegewezen maar af en toe worden sommige technieken ook meerstemmig. Op die momenten springen de uitvoerders elkaar te hulp en spelen elkaars partij. De synchronisatie tussen de stemmen met verschillende tempi en karakters verloopt zonder chronometers, metronomen of dirigenten. De fysieke nabijheid van de uitvoerders en het feit dat ze samen één instrument bespelen, schept extra mogelijkheden voor de timing van dit op het eerste gezicht chaotische samenspel. De partijen, bewegingen en het instrument van de medespelers vallen immers binnen het directe gezichts- en gehoorsveld van de uitvoerder. Daardoor is een synchronisatie met visuele en auditieve cues mogelijk die complexer is dan in andere ensemblevormen.

Om de timbre verschillen tussen de stemmen in de verf te zetten, wordt intensief gebruik gemaakt van extended piano technieken, zo is er bijvoorbeeld een doek tussen de snaren en de hamers geplaatst waardoor spelen op de toetsen gedempt klinkt.

   •   uitvoeringen: in het conservatorium, School of Arts, (Gent, januari 2012), het Orpheus Instituut, (Gent, juni 2012 en october 2012) en de University of York, Music Department (mei 2012)

   •   een live opname van een repetitie

       

   •   de partituur





CHUNKS & STREAMS

Chunks & Streams wordt beheerst door een continue stroom van heterogene muziektexturen en muzikale gebeurtenissen die elkaar opvolgen in de tijd of zelfs gewoon over elkaar heen worden gelegd. Geleidelijke transformaties en verschuivingen binden al die gebeurtenissen tesamen. Grotere brokken muziek worden gekomprimeerd tot korte fragmenten door enerzijds extreem korte geluidssamples sequentieel naast elkaar te plaatsen of door anderzijds uiteenlopende muzikale ideeën simultaan te doen klinken. Het eindresultaat speelt met onze waarneming van tijd, identiteit en verschil. Het is tegelijkertijd duidelijk en onvoorspelbaar, in zekere zin chaotisch maar absoluut niet luid of hectisch.

Dit stuk werd gecomponeerd in nauwe samenwerking met het elektrische gitaren quartet Zwerm. Na een eerste repetitie waarbij de uitvoerders en de componist experimenteerden met de plaatsing van de luidsprekers en met de gelijktijdige combinatie van heterogeen muzikaal materiaal, werd de tijd tussen de repetities gebruikt om het materiaal opnieuw te organiseren en te verfijnen. In de uiteindelijke partituur speelt improvisatie weliswaar nog steeds een belangrijke rol, maar daarnaast liggen de struktuur, de spatialisatie en algemene kenmerken van de verschillende muziektexturen vast.

   •   geschreven in opdracht van het elektrisch gitaarkwartet Zwerm

   •   uitvoeringen in London (Brunel University, 3 mei 2011 en Cafe Oto, 2 mei 2011), New York (Issue Room Project) en Gent (Stichting Logos, 13 october 2011, en het Orpheus Instituut, 6 october 2011) door Zwerm

   •   een live opname (concert in Brunel University, London)

       

   •   de partituur





DRIEWEG II

Net als Drieweg I is deze compositie een polyfoon werk waarbij de stemmen een zeer onafhankelijke koers varen. Slechts op een paar momenten is er een actieve communicatie tussen de spelers. Over het algemeen concentreert elke muzikant zich op wat hij zelf speelt en neemt hij de anderen slechts waar 'op de achtergrond'. Het stuk is niet geschreven voor vier specifieke instrumenten maar heeft een abstrakte partituur die door allerlei instrumenten (met welomschreven karakteristieken) kan gespeeld worden.

   •   uitvoeringen: een eerste versie van Drieweg II werd uitgevoerd door Hans Roels en Fabian Coomans tijdens een demonstratie op het festival Jazz & Sounds (februari 2010 - Gent). Daarna volgden uitvoeringen door Manama studenten van het conservatorium van Gent (februari 2011) en door studenten van York University (Music Department) in mei 2011 op een avondconcert van de conferentie 'Embodiment and Experiment'.

   •   een opname door Ensemble Besides

       

   •   de partituur





GORT

Gort is de naam van een stadje en een rivier in Ierland. De streek rond Gort is geologisch gekend voor zijn onderwaterrivieren die in complexe patronen boven- en ondergronds vooruitstromen. Ik ben van jongsaf gefascineerd geweest door de bevreemdende wijze waarop die rivieren tevoorschijn kwamen, in het midden van een weide of op enkele tientallen meters voor de monding in de zee. De speeltechnieken in Gort veroorzaken bijgeluiden en geregeld verdwijnt de toonhoogte volledig in deze bijgeluiden om dan even later opnieuw op te duiken. De cruciale factoren zijn de gedrevenheid en intensiteit die door deze wisselende ruis- en toonhoogtevelden stromen.

Het werk bestaat uit twee delen die in elkaar overlopen. Het 'ontladende' eerste deel heeft een zeer snel tempo en speelt zich grotendeels af binnen een pianissimo dynamiek, het 'opladende' tweede deel is rustiger qua tempo. Gort heeft over het algemeen een percussief karakter, de normale boogtechnieken worden slechts uitzonderlijk gebruikt.

   •   bezetting: strijkkwartet

   •   gecomponeerd in opdracht van het Spiegel Quartet

   •   uitvoeringen: door het Spiegel Quartet op 9 october 2008 in de Singel - Antwerp (B)

   •   de partituur.





SOFFITTO

In Soffitto is een piano keyboard verbonden met een computer die op zijn beurt het automatisch orgel QT en de xylofoon Xy bestuurt. Deze twee instrumenten zijn beide gestemd in kwarttonen. Na experimenten om muzikale technieken, versieringen, harmonieën en frasen te vinden die passen bij deze twee automatische instrumenten, werden computeralgoritmes ontwikkeld (in Pure Data en Python) die tijdens de uitvoering de input van het keyboard bewerken. Sommige details en stukturele elementen zijn vooraf in meer of mindere mate vastgelegd terwijl andere volledig open zijn en tijdens de uitvoering veranderd kunnen worden. Net zoals in live elektronische muziek lopen compositie, improvisatie en interpretatie in elkaar over.

   •   bezetting: midi-keyboard, computer en 2 muziekautomaten

   •   in opdracht van vzw Musicon (Gent)

   •   meer info vind je in de partituur en in de files (Pd-file: soffitto-1.pd, Python file: glisclus7.py, behalve Pure Data en Python moet je ook de python-external voor Pd geïnstalleerd hebben, die kan je vinden op deze website).

   •   de partituur

   •   een opname van één versie

       

   •   meer info over deze 2 muziekautomaten die gebouwd werden door Godfried-Willem Raes.





DRIEWEG

Drieweg is een polyfoon werk waarbij 3 hoofdinstrumenten elk in een eigen tempo spelen en een vierde instrument dit trio begeleidt. Het stuk is niet geschreven voor vier specifieke instrumenten maar heeft een abstracte partituur die door allerlei instrumenten (met welomschreven karakteristieken) kan gespeeld worden. De eerste versie in Logos werd gespeeld op een speelgoedpiano, melodica en 2 synthesizers maar een uitvoering met bijvoorbeeld xylofoon, clarinet, cello en accordeon of mandoline, accordeon, basblokfluit en harmonium kan ook.

Drieweg klinkt als een soundscape waarin drie duidelijk te onderscheiden stemmen te horen zijn die los van elkaar hun eigen gang gaan maar die als bij toeval toch goed bij elkaar passen.

   •   de partituur





PATCHWORK

Hans Roels gaf tussen 2007 en 2010 les aan de muziekacademie van Deinze in live elektronische muziek. Tieners vanaf 15 jaar kunnen er al musicerend de basistechnieken van elektronische muziek leren kennen. Omdat er weinig composities bestaan die gebruikt kunnen worden in deze lessen, is Hans Roels zelf begonnen met het componeren van een reeks werken. De stukken zijn meestal gebaseerd op één bepaalde techniek en vormen een soort illustratie van de basistechnieken uit de elektronische muziek. De composities willen ook een beeld geven van de diversiteit die mogelijk is met live elektronica. De aanpak, stijl en uitvoeringswijze verschillen sterk van werk tot werk. Vaak is er ruimte voor improvisatie door de uitvoerders.

De software die gebruikt wordt in deze werken is het gratis open source programma Pure Data dat zowel op Linux, Windows als Apple draait. Speciale hardware (bepaalde types effecten-apparaten of synthesizers) wordt vermeden.

   •   meer info (partituren, Pure Data bestanden, opnames,...) over Patchwork

   •   uitvoeringen: tijdens het November Music festival, 16 november 2008 in de Bijloke





RADIO SOUTH

Radio South is een stuk voor 8, 12, 16 of 24 radio's dat uitgevoerd kan worden door kinderen of tieners. Het idee om een stuk voor radio's te maken heb ik bij John Cage gehaald. Elke speler moet 2 plaatsen op zijn radio memoriseren: 1 radiozender (muziek of stemgeluiden) en 1 plaats tussen 2 radiozenders (ruisgeluiden). De spelers staan opgesteld tussen het publiek.

   •   bezetting: voor 8, 12, 16 of 24 radio's en ev. 1 of 2 willekeurige instrumenten

   •   uitvoeringen door leerlingen van de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans van Deinze

   •   een opname

   •   de partituur





SLOW MOTION

Een stuk waarbij 11 computergestuurde automaten via een keyboard bespeeld worden. Van de drie orgelautomaten worden enkel de windlades (ruis) gebruikt. Voor elke automaat is een andere speelwijze geprogrammeerd. Ook zijn enkele secties (melodische lijnen) vastgelegd. Door live de herhalingen en volgorde van deze delen te kiezen, krijgt het stuk zijn vorm. Het stuk is in feite een patch in Reaktor waardoor één uitvoerder live kan improviseren met die 11 muziekautomaten. Wat de individuele automaten precies spelen, kan ofwel vooraf vastgelegd zijn, ofwel door een (eenvoudig melodisch) algoritme gegenereerd worden of geïmproviseerd worden op het keyboard. Elke uitvoering klinkt daardoor anders.

De geluidsmachines (zoals <PSCH>, <SPRINGERS>, <THUNDERWOOD>) maken het mogelijk om te spelen met kleine verschillen in ruis terwijl het automatische harmonium dan weer heel veel gradaties in de geluidsterkte kan laten horen. Deze twee elementen komen vaak aan bod in Slow Motion.

   •   bezetting: automatische instrumenten en computer

   •   uitvoering: dinsdag 17 oktober 2006 in Stichting Logos

   •   meer info over de automatische muziekinstrumenten die in Logos ontwikkeld en gebouwd worden





POINT BLACK

In Point Black wordt niet enkel "gewoon" op de toetsen gespeeld: de pianist speelt ook op een kartonnen doos die naast hem staat, hij fluit en gebruikt zijn stem. Een aantal toetsen van de piano zijn geprepareerd (rubber, moeren en andere materialen tussen de snaren). De electronica is vnl. granulaire synthese van drie heel korte samples plus een effect op basis van de luidsterkte van de stem- en doosgeluiden.

   •   bezetting: voor piano en computer (live electronics met software Reaktor)

   •   uitvoeringen: op 18 juli 2006 in de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde van Gent door Reinier van Houdt (NL)

   •   geschreven in opdracht van vzw Trefpunt

   •   de partituur





DIFFERENT WAYS

Different Ways is een stuk dat zich afspeelt in drie verschillende ruimtes. Af en toe verplaatsen muzikanten zich van de ene naar de andere ruimte zodat de samenstelling van de ensembles in elke ruimte wisselt. In één zaal staan microfoons terwijl in de andere twee zalen luidsprekers zijn opgesteld. De muziek van die ene ruimte wordt bewerkt door 2 computers en dan naar de twee zalen gestuurd. De bewerkte geluiden worden daar onderdeel van het instrumentaal ensemble. In het begin staan de drie ruimtes muzikaal los van elkaar en is de muziek dus totaal verschillend van karakter in elke zaal. Langzaamaan groeien twee zalen steeds meer naar elkaar toe terwijl de derde steeds duidelijker een eigen gang gaat.

Het stuk is een hedendaags experiment met polyfonie door die te koppelen aan electronica en architectuur. De cellopartij is bijvoorbeeld in één zaal onderdeel van een duo met vibrafoon en tegelijkertijd worden elektronisch bewerkte stukken van die cellopartij in zaal 2 onderdeel van een trio met blokfluit, viool en electronica en in de laatste zaal van een quartet met euphonium, accordeon, clarinet en electronica. Deze compositie is als een huis waarin je kan wandelen, elke kamer belicht een ander facet van het stuk.

De electronica gebruikt veel verschillende technieken: granulaire en FM synthese, physical modelling,... Soms geeft de electronica niet meer dan een cue (voor de timing) terwijl ze op andere plaatsen een dominerende rol speelt in het ensemble en helemaal afgeleid is van de input-partij (het instrument dat in de andere zaal in de microfoon speelt).

   •   bezetting: viool, cello, clarinet, blokfluit, euphonium, accordeon, percussie en live electronica (2 computers)

   •   uitvoeringen: op 24 februari 2006 in het SMAK in Gent door studenten van het conservatorium van Gent

   •   een plan van de ruimtelijke struktuur van het stuk

   •   geschreven in opdracht van vzw Musicon





TEMPERATE MUSIC

Temperate Music is een stuk dat mee verandert met het seizoen en het weer. Ik hou van het idee dat sommige dingen niet op elk moment beschikbaar zijn maar enkel op bepaalde tijdstippen opduiken en dan weer verdwijnen. In Temperate Music bespeelt een muzikant een keyboard en een zevental controllers. Op het computerscherm ziet hij de evolutie van het stuk en ook de toonaarden (in kwarttoonstemming) waaruit hij kan kiezen. De resulterende éénstemmige melodie wordt in de computer bewerkt zodat uiteindelijk een (min of meer) meerstemmig stuk te horen is. De eigenlijke klank wordt vnl. gemaakt via FM synthese (geen samples) en voor een klein deel ook met physical modelling (van een blaasinstrument).

Enkele uren voor de uitvoering -als de weeromstandigheden gekend zijn- geeft de muzikant drie parameters (seizoen, windsterkte & temperatuur) op waarna de computer allerlei gegevens berekent die als basis dienen voor de structuur van het stuk en voor allerlei bewerkingen tijdens de uitvoering. Deze berekeningen heb ik in Python (open source programmeertaal) geschreven, hier kan je die python file zien die de tabellen voor de structuur genereert. De uitvoering zelf gebeurt met een file in Reaktor (software) waarin die gegevenstabellen geladen zijn. Met deze versie kan de uitvoerder al improviserend aan de slag. Sommige parameters zijn vrij en daarmee kan de muzikant improviseren, andere liggen vast in de (weersgebonden) strukturen van het stuk. Tijdens de uitvoering ziet hij het verloop van de struktuur op het scherm. In feite is Temperate Music een kombinatie van een elektronisch instrument en een compositie (of improvisatie structuur) die beide afhankelijk zijn van het weer.

   •   bezetting: één uitvoerder (MIDI keyboard en computer)

   •   uitvoering door Hans Roels op 14 juli 2005 in Stichting Logos

   •   er is geen definitieve versie van Temperate Music maar dit is één versie (herfst, matige wind, vrij koud)

       

   •   en hier is nog een andere versie (zomer, matige wind, normale temperatuur)

       

   •   ik heb een demostratie van de live electronica gemaakt: hier hoor je enkel de onbewerkte input (gespeeld op een keyboard) en dit is het resultaat na de bewerking door de computer (ook de live controllers zijn nu toegevoegd)





COLO

Het basismateriaal van Colo is een opname van mijn compositie Nowhere's Chaos . Dit werk werd opgevoerd op November Music 1998 maar door de bizarre bezetting en de mislukte opname lag het werk 'zinloos' in mijn kast. Daarnaast was ik al een jaar lang allerlei live elektronika aan het uitproberen. Ik begon allerlei (zelfgemaakte) effekten toe te passen op deze opname. Het originele Nowhere's Chaos bevatte teksten over de opstand in Chiapas (Mexico). Colo is dan weer opgedragen aan het dorp Colo(tenango) in Guatemala waar in maart 2005 twee doden vielen bij protesten tegen een vrijhandelsakkoord met de VS. Voordien was ik op bezoek geweest in dit dorp bij vrienden en bij de boerenorganisatie die in maart de protesten mee organiseerde.

   •   bezetting: electro-acoestisch werk (4 kanalen)

   •   uitvoeringen op 14 juli 2005 in Stichting Logos en op 27 maart 2008 op de Dias de musica electroacustica aan het conservatorium van Seia (Portugal)

   •   een stereo versie van Colo

       





OHNE WORTE II

In 2002 schreef ik naar aanleiding van de herdenking van het zestigjarig bestaan van het concentratiekamp van Breendonk het stuk Ohne Worte voor het Belgische Q-O2 ensemble. De bezetting trok mij zo aan (2 instrumenten - stem & altviool - en 2 flexibele muzikanten waarvan één technisch aangelegd moet zijn) dat ik hiervoor een tweede stuk schreef. Net als in het eerste deel zijn de woorden die gesproken worden onherkenbaar en is het stuk ook politiek geïnspireerd. Het werk is opgedragen aan de Israëlische technicus Mordechai Vanunu die in 1986 het bestaan van Israëlische atoombommen onthulde, daarvoor werd ontvoerd in Rome door de geheime dienst van Israël en tot 18 jaar gevangenschap werd veroordeeld. In april 2004 zou hij de gevangenis mogen verlaten in ruil voor "vrijheid" (eigenlijk een veredelde vorm van huisarrest). Tijdens de eerste jaren in zijn cel schreef hij het gedicht I'm your spy waarvan fragmenten gebruikt worden in dit tweede deel.

In dit tweede deel komen opnieuw de stem en de altviool voor en dit keer in kombinatie met een muzikant die een stalen borstel "bespeelt" en een vierde muzikant die de elektronika bedient. De beweging van de stalen borstel op een oppervlak zorgt voor een onvoorspelbare timing (moeilijk te voorspellen wanneer een stalen "haartje" van de borstel een volgend geluid maakt) en een zeer grillige dynamische curve. De elektronica (gemaakt met het programma Reaktor) zorgt er voor dat deze beide elementen ook toegepast worden op het stemgeluid.

   •   bezetting: stem, altviool, klankobject (stalen borstel) en live electronics

   •   uitvoering door de Black Jackets Company op het Muziek in de Maak festival ( 4 mei 2004) in Stichting Logos

   •   de partituur.

   •   een beknopte beschrijving van de live electronics





DUBBELSTUK

In dit werk worden de mogelijkheden van de (computergestuurde) player piano gecombineerd met die van de inside en de prepared piano. Terwijl de automatische piano de toetsen bespeelt, speelt een live muzikant in dezelfde piano pizzicati, glissandi en percussie effecten op de snaren, gebruikt twee e-bows, verplaatst en verwijdert allerlei preparaties tussen de snaren.

Dit polyfoon werk met verschillende tempi en klankkleuren balanceert voortdurend tussen stilstand en ontwikkeling.

   •   bezetting: piano (computergestuurde player piano en één uitvoerder

   •   uitvoeringen: door Hans Roels en de Logos player-piano op 5/6/2003 in Logos, Gent (pianOH! festival) en (gereviseerde versie) op 19/10/2004 in Logos, Gent (M&M concert), op 13/12/2005 in Dénia (Spanje) en op 25/1/2008 in de Singel, Antwerpen (ISCM-dag)

   •   een opname

       

   •   de partituur

   •   Dubbelstuk is ook te horen op de CD "Machine Orchestra" in de Logos CD serie Public Domain





OHNE WORTE I

Ohne Worte is een stuk met veel ruis, soms dreigt de muziek hierin zelfs te verdwijnen. De slagwerker wrijft over een kartonnen doos, de zanger zingt heel zacht (iets tussen fluisteren en fluiten in) en het mengpaneel wordt niet enkel in zijn normale funktie gebruikt (om de volumes te regelen) maar is een zelfstandig instrument. Het maakt gebruik van een eigen technische "storing": nml. de mogelijkheid om ruis te genereren (een vervelende eigenschap voor de meeste muzikanten!). Nagenoeg onhoorbaar ligt het lied De Zeerover Jenny van Kurt Weil ten grondslag aan het stuk.

   •   uitvoeringen: in het Mechels theater Nona op 4,5 en 6 oktober 2002 door het ensemble Q-O2, door de Black Jackets Company op het Muziek in de Maak festival (Logos, Gent) op 4 mei 2004 en door Trio Scordatura (december 2007) in Stichting Logos

   •   de partituur

   •   geschreven in opdracht van het Q-O2 ensemble naar aanleiding van de herdenking van het zestigjarig bestaan van het concentratiekamp van Breendonk





HOW IT TAKES PLACE

Het uitgangspunt van How it takes place zijn de fenomenen ruimte, plaats en afstand. Deze begrippen worden op verschillende manieren benaderd net als in de spreektaal waar ruimte of afstand naast een letterlijke fysieke betekenis ook een figuurlijke en emotionele bijklank heeft (in uitdrukkingen als "ruimte geven aan iemand" of "afstand nemen van elkaar"). Die verre afstand kan als afstandelijkheid of als vrijheid gezien worden, nabijheid kan op zijn beurt geïnterpreteerd worden als verstikkend of intiem. Het stuk handelt over relaties tussen mensen en meerbepaald de manier waarop de muzikanten op het podium met elkaar omgaan. Er is een theatrale dimensie aan het werk omdat de muzikanten handelingen moeten uitvoeren die zeer dagelijks en gewoon zijn: een raam opendoen, een sigaret roken, de partituur omdraaien van een andere muzikant,...
Afstand en ruimte worden ook in de muzikale zin gebruikt: door verschillen in tempo, luidsterkte of klankkleur kan muziek de illusie geven dat er een grote afstand is tussen 2 instrumenten. De wisselwerking tussen deze fysische (de muzikanten bewegen zich ook in de zaal), muzikale en relationele aanpak van de "ruimte" bepaalt de spanning van het werk.

De titel How it takes place is een vers uit het gedicht Musée des Beaux Arts van Auden dat op zijn beurt verwijst naar de Val van Icarus van Breughel. Dit schilderij biedt de kijker een ruimtelijk effekt van verre bergen, een boot die op zee vaart en een boer die op de voorgrond werkt. Aan de rand van het schilderij -als een klein detail- zie je nog net hoe Icarus verdrinkt en met zijn benen verdwijnt in het water. Behalve de klemtoon op het negatieve "dood/lijden" geeft het gedicht van Auden en het schilderij van Breughel een goed beeld van de sfeer in How it takes place: sommige muzikanten spelen solo terwijl anderen samenspelen, een sigaret roken of alweer van het podium verdwenen zijn...

   •   bezetting: zang, clarinet, viool, altviool, cello, slagwerk en buffetpiano

   •   uitvoeringen: 24 oktober 2001 in Eeklo door het ensemble Champ d'Action

   •   opname (begint na 1 minuut)

       

   •   How it takes place werd geschreven voor een concert van het ensemble Champ d'Action rond het thema Muziek & Architectuur. Het concert had plaats naar aanleiding van de opening van een nieuw gebouw in Eeklo van de architect Stephane Beel.





STILTEGEBIEDEN/SILENCE RESERVES

Een stiltegebied is een term uit de ecologie die gebieden aanduidt waar het omgevingsgeluid onder een bepaalde limiet blijft. Jammer genoeg zijn deze gebieden zeer schaars geworden zodat ze geen volledige rust meer kunnen schenken aan de bezoeker want die weet dat het enkel maar om 'reservaten' in een zee van maatschappelijk lawaai en drukte gaat. Dit stuk gaat over deze spanning tussen stilte en lawaai.

De tape bestaat uit opgenomen niet-bewerkte (alt)vioolgeluiden. De viool werd op verschillende manieren geprepareerd en bespeeld, o.a. door te trekken aan een touwtje dat aan de snaren vastgemaakt is (zigeunertechniek).

   •   bezetting: viool, altviool en audio track

   •   uitvoeringen: in Stichting Logos (Gent) en in het Muhka (Antwerpen) in juni 2001

   •   de partituur





RUN!

Ik wil met dit werk het beeld weergeven van muziek die zo snel gaat dat ze voortdurend zichzelf voorbijsteekt. Een soort van vlucht vooruit van muziek die struikelt over de eigen benen maar toch telkens weer verderrent. De piano speelt een prominente rol in dit werk en moet over een degelijk repetitiemechanisme beschikken.

De tape bestaat uit korte en zeer snelle fragmenten opgenomen op de automatische piano van de Stichting Logos, daarna werden deze fragmenten in de studio op elkaar gemonteerd.

   •   uitvoeringen: 2 juli 2001 in de Musikhochschule Koeln door het Spectra Ensemble





... VON HUNDERTEN, VON TAUSENDEN ...

Dit stuk voor strijkorkest bestaat uit één deel en werd in de periode 1998-2001 geschreven. De titel slaat op de ontzettende klank- en kleurenrijkdom die mogelijk is in het grensgebied tussen muziek en geluid. Melodiën, ritmes en akkoorden worden meer gesuggereerd dan vastomlijnd weergegeven. Het lijkt alsof de muziek het elk moment kan begeven, alles balanceert op de rand van de muzikale afgrond.

   •   bezetting: strijkorkest (6 eerste violen, 6 tweede violen, 3 altviolen, 2 cello's en contrabas)

   •   uitvoeringen: in Nederland en België (Antwerpen - Elisabethzaal) in 1999

   •   de partituur.

   •   geschreven in opdracht van Prima La Musica





NOWHERE'S CHAOS

Dit stuk paste in een concert waarbij verschillende componisten hun commentaar gaven op De Staat (1972) van Louis Andriessen (NL). Dit stuk op teksten van Plato wil een bijdrage leveren aan de discussie over het verband tussen muziek en politiek. Ik heb mij niet zozeer door de muziek van Andriessen laten inspireren als wel door de filosofisch-utopische traditie die begonnen is met Plato's ideale staat. Het overgrote deel van deze klassieke utopieën (zoals 'Utopia'-Th. More) schetsen een welvarende, rechtvaardige maar tegelijkertijd autoritaire samenleving. Enkel William Morris zijn 'News from Nowhere' vormt hierop een uitzondering. De teksten die in Nowhere's Chaos gebruikt worden, komen voornamelijk uit dit nog altijd actuele boek. Daarnaast komen in dit werk ook nog fragmenten voor uit My journey with Aristotle to the anarchist utopia van Graham Purchase. Ook teksten uit een perscommuniqué van de Zapatista's in Mexico en leuzen van Belgische acties voor vluchtelingen en "illegalen" zijn er in verwerkt.

   •   bezetting: sopraan en mezzo-sopraan, 2 hobo's, 2 hoorns, 2 trombones, 2 trompetten, 4 altviolen, piano (ongeveer de halve bezetting van De Staat van L. Andriessen)

   •   uitvoeringen: door het November Music Orkest o.l.v. Fabrice Bollon in 's Hertogenbosch (NL), Tilburg (NL) en Maastricht (NL), Antwerpen (De Singel, B) en Gent (De Vooruit, B) en Essen (Duitsland) november 1998

   •   gecomponeerd in opdracht van het festival November Music 1998





NATURE MORTE

Muziek als een landschap zonder veel menselijke logica, waarin elementen af en toe verdwijnen en later weer opduiken. Natuur als een afstandelijk ritueel, traag en brutaal. Het stilleven van de natuur maar ook de woede om de stervende natuur.

   •   bezetting: fluit (picc.), clarinet (bascl.), piano, slagwerk, viool, altviool en cello

   •   uitvoeringen: door Spectra Ensemble o.l.v. Filip Rathé in Gent in het conservatorium (1998), het SMAK (1999 & 2000), de Rode Pomp (1999 en 2002), Antwerpen (Zaal 7, 1999), Ename, CC St-Niklaas (2002), de Bijloke (2009), Denemarken (Kopenhagen, 1999) en Duitsland (Duisburg, 2000 en Keulen, 2002); ook twee maal uitgevoerd door het ensemble Champ d'Action (Muhka-Antwerpen en Stichting Logos, beide 2001)

   •   live opname

       

   •   de partituur





PHOENIX

Phoenix werd geschreven voor een theaterproductie van Walpurgis. Aan een zestal komponisten uit België en Nederland werd gevraagd om een (kort) muziektheaterwerk te maken rond het verhaal van de phoenix (de vogel die herrijst uit zijn eigen as). Phoenix handelt niet zozeer over deze mythe als wel over het vuur als natuurelement. Op een tekst van de legendarische 'eerste dichter van Ierland' Amergin (6de-7de eeuw) is muziek gezet waarbij de zanger trage bewegingen uitvoert zodat een soort van ritueel, bezwerend theater ontstaat.

   •   bezetting: zang, (bas)clarinet, cello en slagwerk (2 spelers)

   •   uitvoeringen: in 1996 door het Walpurgis ensemble o.l.v. Alain Franco in Amsterdam (Felix Meritis, NL), de Vooruit (Gent, B), het CC St.-Niklaas (B), de Velinx (Tongeren, B), het CC Deurne en de Limelight in Kortrijk (B)





SAILING THE SEAS OF DOWN BELOW

Voor mij is de player-piano duidelijk een ander instrument dan de gewone piano. De eigenheid van de automatische piano zit vooral in de grote polyfone mogelijkheden (een orkest met 88 instrumenten/toetsen), de komplexe ritmiek en de enorme snelheid. In Sailing the Seas of Down Below heb ik deze kenmerken op de spits gedreven waardoor het stuk zeer 'pianistiek' aandoet: de uiterste mogelijkheden van de player-piano, en dus ook de van de piano zelf, worden uitgeprobeerd. Polyfonie tot 13 stemmen, vertragingen en versnellingen die met elkaar gecombineerd worden, loopjes die zo snel gaan dat ze door het menselijk oor als glissandi waargenomen worden,...

Sailing the Seas of Down Below bevat twee ogenschijnlijk tegengestelde elementen: een strakke melodie in een vast ritmisch patroon (typisch "machinaal") en door elkaar slingerende chromatische lijnen in een zeer vrije, improvisatorische ritmiek (typisch "menselijk"). Een machine als de player-piano is perfekt in staat om deze schijntegenstelling op te heffen. In het slotdeel worden de eerste seconden van het werk a.h.w. onder de microscoop gelegd en uitvergroot tot een langzaam dalende klankmassa.

   •   bezetting: automatische piano

   •   een opname

       

   •   de MIDI file van dit werk

   •   de partituur

   •   het stuk is ook te horen op de cd "New Music for Player Piano" in de Logos serie Publiek Domein.

   •   uitvoeringen: in Stichting Logos tijdens het Festival voor Automatische muziek (1995), in het Elzenhof (Brussel)(1996), in het Gentse conservatorium tijdens de Week van de Hedendaagse Muziek (1996), in het Muhka (Antwerpen, 2001), in het Pierement Museum te Utrecht (NL, 2000), in het Muziekcentrum van Den Bosch (1999), op het Audio Art festial 2002 (Krakau, Polen), het Chants Mechaniques Festival in Lille (F, 2002) en in het Circolo de Bellas Artes (Madrid, ES, 2004)





8 SHORT SONGS

Acht korte liederen op teksten van noord-amerikaanse indianen. De sfeer van de liederen is zeer divers: van mijmeringen over scheldpartijen tot geestenverdrijvende rituelen.

   •   bezetting: zang en (prepared) piano

   •   uitvoeringen: in 1996 door Hans Roels (prepared piano) en Cornelia Berger (zang) in het conservatorium van Gent, in Logos en in het Elzenhof (CC Elsene-Brussel)

   •   de partituur